door bhrw | jul 7, 2016 | diabetes, gezondheidszorg, wetenschap

Sinds een aantal jaren zijn nieuwe medicamenten voor de behandeling van type 2 diabetes beschikbaar, de zogenaamde GLP1 receptoragonisten (GLP1RA). GLP1 is een hormoon, dat normaal in de darm wordt aangemaakt na een maaltijd, en de afgifte van insuline door de alvleesklier versterkt. Daarnaast vertraagt het de maagontlediging, waardoor de bloedglucose waarden na een maaltijd minder zullen stijgen, en versterkt het ons verzadigingsgevoel. GLP1RA zijn ontwikkeld om het effect van GLP1 na te bootsen: in de behandeling van mensen met type 2 diabetes verbeteren zij niet alleen glucosespiegel, maar door een effect op de hersenen en het verzadigingsgevoel verminderen zij de eetlust en hongergevoelens. Dit leidt tot een duidelijke verbetering van de diabetesregulatie, en tot gewichtsafname, die varieert tussen de 3 en de 15 kg. Veel gebruikte GLP1RA zijn exenatide (merknaam Byetta) en liraglutide (merknaam Victoza). In Nederland worden nog heel wat barrieres opgeworpen tegen deze behandeling.
(meer…)
door bhrw | jul 4, 2016 | diabetes, wetenschap

Recent zijn de resultaten van de eerste landmark studie naar de cardiovasculaire benefits van behandeling met een GLP1RA gepresenteerd op het Amerikaanse Diabetes Congres in New Orleans, en gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.
Een korte samenvatting van de studie:
The cardiovascular effect of liraglutide, a glucagon-like peptide 1 analogue, when added to standard care in patients with type 2 diabetes, remains unknown.
In a double-blind trial, randomly assigned patients with type 2 diabetes and high cardiovascular risk were to receive liraglutide or placebo. The primary composite outcome in the time-to-event analysis was the first occurrence of death from cardiovascular causes, nonfatal myocardial infarction, or nonfatal stroke. The primary hypothesis was that liraglutide would be noninferior to placebo with regard to the primary outcome, with a margin of 1.30 for the upper boundary of the 95% confidence interval of the hazard ratio. No adjustments for multiplicity were performed for the prespecified exploratory outcomes.
In the time-to-event analysis, the rate of the first occurrence of death from cardiovascular causes, nonfatal myocardial infarction, or nonfatal stroke among patients with type 2 diabetes mellitus was lower with liraglutide than with placebo.
Lees het volledige artikel op: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1603827#t=article
door bhrw | jun 8, 2016 | diabetes

Een nieuw artikel is zojuist gepubliceerd, als resultaat van onze vruchtbare samenwerking met de groep van Andrew Paterson, verbonden aan het “Hospital for Sick Children” in Toronto, Canada, en vele andere onderzoekers.
Titel: A New Locus for Skin Intrinsic Fluorescence in Type 1 Diabetes also Associated with Blood and Skin Glycated Proteins.
Authors: Roshandel D, Klein R, Klein BE, Wolffenbuttel BHR, van der Klauw MM, van Vliet-Ostaptchouk JV, Atzmon G, Ben-Avraham D, Crandall JP, Barzilai N, Bull SB, Canty AJ, Hosseini SM, Hiraki LT, Maynard J, Sell DR, Monnier VM, Cleary PA, Braffett BH; DCCT/EDIC Research Group, Paterson AD.
Journal: Diabetes. 2016 Apr 12. pii: db151484. [Epub ahead of print]
Lees verder
door bhrw | mei 5, 2016 | diabetes, wetenschap

Een fraai review artikel van mijn promovendus Sarah Koning staat inmiddels online.
J Diabetes. 2016 Apr 27. doi: 10.1111/1753-0407.12422. [Epub ahead of print]
GESTATIONAL DIABETES MELLITUS: current knowledge and unmet needs.
Koning SH, Hoogenberg K, Lutgers HL, VAN DEN Berg PP, Wolffenbuttel BHR.
Abstract
Gestational diabetes mellitus (GDM) is a world-wide health concern, not only because its prevalence is high and on the increase, but also because of the potential implications for the health of mothers and their offspring. Unfortunately, much controversy exist in the literature surrounds the diagnosis and treatment of GDM, but also on the possible long-term consequences for the offspring. As a result, worldwide there is a lack of uniformly accepted diagnostic criteria and the advice according treatment – including diet, insulin therapy, and the use of oral blood glucose-lowering agents – of GDM is highly variable. In this review we provide an overview of the important issues in the field of GDM, including the diagnostic criteria, the different treatment regimens available, and the long-term consequences of GDM in the offspring.
Ondanks de afspraken tussen de uitgever Wiley en de VSNU (http://goo.gl/Qtbbsf) staat het artikel nog steeds achter een pay-wall. Wiley pikt nog even een graantje mee van die lezers, die het direct willen downloaden. Wacht nog even met downloaden, het artikel zal weldra open access beschikbaar zijn.

door bhrw | apr 8, 2016 | diabetes
Hoeveel risico iemand met diabetes loopt op complicaties, zoals hart- en vaatziekten kan met een AGE-reader gemeten worden. AGE’s geven een nauwkeurigere indicatie van de kans op complicaties dan de klassieke indicatoren als de HbA1c-waarde in het bloed. De AGE-reader is een in Groningen ontwikkeld apparaat waarmee op snelle, eenvoudige en niet belastende manier AGE”s (Advanced Glycation Endproducts) worden gemeten.
Onderzoekers uit Nederland en de VS hebben nu een belangrijk gen aangetoond, dat van invloed is op de meting met de AGE reader. Zowel in het LifeLines onderzoek onder 8721 mensen zonder diabetes, en in de DCCT studie, verricht in de VS onder ruim 1400 mensen met type 1 diabetes, bleek het NAT2 gen een belangrijke invloed te hebben op de met een AGE reader gemeten autofluorescentie van de huid.
U vindt het artikel op de website van Springer HIER .
door bhrw | sep 17, 2015 | diabetes
Op 17 September zijn de resultaten van de EMPA-REG studie wereldkundig gemaakt. In de grote Hellerstrom zaal in het congrescentrum van Stockholm werden de belangrijkste bevindingen door alle aanwezigen, artsen, verpleegkundigen etc. enthousiast ontvangen.
Behandeling met empagliflozin -bovenop bestaande behandeling met o.a. ACE-remmers, cholesterolverlagers, insulin (in 50% van de deelnemers)- had in een groep van ruim 7000 patienten met type 2 diabetes met bestaande hart- en vaatziekte, en dus een hoog cardiovasculair risico, die gemiddeld 3.1 jaar waren gevolgd, de volgende effecten:
– 14 % vermindering van de primaire uitkomstparameter, de combinatie van sterfte door een cardiovasculaire oorzaak, niet-fataal myocardinfarct, en niet-fatale beroerte
– 38 % vermindering van cardiovasculaire sterfte
– 35 % vermindering van opname in een ziekenhuis vanwege hartfalen
– 32 % vermindering van overall sterfte.
De gunstige effecten van de behandeling waren al binnen een half jaar zichtbaar. belangrijkste bijwerking waren, zoals al bekend uit eerdere kortlopende studies met het middel empagliflozin, genitale infecties.
De studie heeft circa 3 jaar geduurd. Er zijn geen andere studies die hebben laten zien dat een middel, dat bedoeld is om de bloedglucose waarden zo goed mogelijk te reguleren, een gunstig effect heeft op cardiovasculaire eindpunten, ook niet studies met metformine. Het is goed om te realiseren dat in de UKPDS, gebruikt in een subgroup van 342 obese patienten met recent vastgestelde diabetes, metformine na 3 jaar GEEN ENKEL effect op cardiovasculaire eindpunten had. Dat effect werd pas bereikt na zo’n jaar of 8 (acht). Op dat moment gebruikte al meer dan de helft van deze patiënten ook insuline.
De resultaten verschenen op het zelfde moment online bij het New England Journal of Medicine.
Empagliflozin wordt in Nederland op de markt gebracht door Boehringer Ingelheim en Eli Lilly.
Het Geneesmiddelenbulletin ontkent c.q. bagatelliseert de gunstige resultaten van de EMPA-REG studie, en ontraadt in een nogal zuur artikel het gebruik van deze medicatie (http://geneesmiddelenbulletin.com/artikel/werkzaamheid-empagliflozine-op-cardiovasculaire-aandoeningen/). Als mens met diabetes mag u zelf beslissen wat u hiervan vindt.
Recente reacties