Semmelweis museum

In de hart van Boedapest, Hongarije, staat het kleine maar indrukwekkende Semmelweis museum, ter ere van een man die de medische wereld in de 19e eeuw heeft getransformeerd: Dr. Ignacz Semmelweis.

Het leven van Semmelweis leest als een tragedie van enerzijds wetenschappelijke frustratie maar anderzijds voldoening en en overwinning. Semmelweis leefde in een periode waarin de noodzaak van hygiënische maatregelen in de geneeskunde niet algemeen werd erkend. Aanvankelijk weigerden veel artsen zijn theorieën en inzichten te accepteren, wat zijn boodschap des te krachtiger maakte en ons nu, meer dan ooit, herinnert aan het belang van persoonlijke hygiëne.

 

Ignacz Semmelweis werd geboren op 1 juli 1818 in Buda, het huidige deel van Boedapest. Hij kwam uit een welgestelde familie en kreeg een uitstekende opleiding. Semmelweis studeerde geneeskunde aan de Universiteiten van Pest en van Wenen, waar hij in 1844 afstudeerde; vijf dagen nadat zijn moeder overleed. Na zijn geneeskunde studie bekwaamde hij zich verder in de chirurgie en de verloskunde, en in juli 1846 werd hij benoemd als medisch specialist in de verloskunde in de Vrouwenkliniek in Wenen, die onder leiding stond van professor Klein.

 

Hier werd hij geconfronteerd werd met de hoge sterftecijfers onder kraamvrouwen. In die tijd waren er twee afdelingen in de kliniek, één waar voornamelijk vroedvrouwen werkten, en één waar medische studenten de patiënten begeleidden. De sterfte aan kraamvrouwenkoorts was rond de 3% in de eerste afdeling, maar tot wel 18% in de tweede afdeling! Het viel op dat vrouwen die bevielen in de vroege ochtend, meestal meer kans hadden om te overlijden dan vrouwen die overdag bevielen. Dit wekte zijn nieuwsgierigheid en leidde tot een diepgaand onderzoek. In de vroege jaren 1800 was er nog weinig begrip van infectiepreventie, en artsen voerden vaak hun taken uit zonder enige vorm van hygiëne. Semmelweis begon op te merken dat de artsen en student-artsen die bevallingen hielpen, vaak ook overleden vrouwen onderzochten zonder hun handen goed te ontsmetten. Hij kwam op het idee dat een soort besmetting, veroorzaakt door deze “klinische infecties”, verantwoordelijk kon zijn voor de enorme sterfte onder kraamvrouwen. Eén belangrijke en dramatische gebeurtenis ondersteunde zijn conclusies: de 44-jarige hoogleraar Kolletschka overleed in 1947 aan een beeld dat erg op dat van kraamvrouwenkoorts leek, nadat hij tijdens een autopsie in zijn vinger was geprikt door een student met het mes, dat voor de autopsie werd gebruikt. Kolletschka overleed, zo werd beschreven, een aantal dagen later aan de gevolgen van een zeer ernstige infectie. In 1847 introduceerde Semmelweis daarom een procedure om de handen grondig te wassen met een chlooroplossing voordat studenten bevallingen bijwoonden en uitvoerden. Het resultaat was verbluffend; de sterftecijfers daalden van meer dan 18% naar minder dan 2%. Dit ontdekkingsproces was essentieel voor de verdere ontwikkeling van hygiënische praktijken in de geneeskunde.

 

Hoewel zijn methoden duidelijke voordelen boden, kreeg Semmelweis eerder tegenwerking dan erkenning van zijn collega’s. De medische gemeenschap in zijn tijd was nog steeds sterk gehecht aan diverse theorieën als bijvoorbeeld ‘miasma’ of ‘slechte lucht’ als oorzaak van ziekten. Zijn ideeën vielen buiten de gevestigde opvattingen, en daardoor werd hij vaak belachelijk gemaakt en tegengewerkt. Veel artsen beschouwden Semmelweis’ beweringen als ongegrond, richtten zich meer op traditionele methodes en zagen geen noodzaak om hun werkwijzen aan te passen. Bovendien was de medische gemeenschap in die tijd enorm hiërarchisch en behoudend. Het idee dat zij, als medici, zichzelf pijn deden door onhygiënische praktijken te bevorderen, ging in tegen de professionele trots en het zelfbeeld van veel artsen.

 

Bovendien was Semmelweis op persoonlijk vlak ook ongelukkig. Zijn terechte vasthoudendheid maakte helaas dat hij in conflict kwam met vele vooraanstaande collega-artsen. Hij kreeg te maken met sociale isolatie, wat zijn geestelijke gezondheid beïnvloedde. Ondanks de ontmoedigingen bleef hij vastberaden. In 1857 publiceerde hij zijn bevindingen en theorieën eerst in het Weense medische tijdschrift, en twee jaar later in het Hongaarse tijdschrift Orvosi Hetilap. Uiteindelijk publiceerde hij in de zomer van 1860 zijn volledige bevindingen in zijn boek “Die Aetiologie, der Begriff und die Prophylaxis des Kindbettfiebers”. Ondanks het feit dat sommige artsen openstonden voor zijn nieuwe theorieën, vond hij vooral vijandigheid. De tegenstand kwam vanuit diverse hoeken, zowel van de bekende Duitse arts Rudolf Virchow, maar ook van hoogleraren verloskunde uit die tijd, zoals Scanzoni, Siebold en Braun. Semmelweis publiceerde als vervolg op zijn boek een aantal open brieven waarin hij ten strijde trok tegen de oude en vastgeroeste overtuigingen van zijn critici. Enkele van deze brieven zijn in het Semmelweis museum terug te vinden.

Niet iedereen spande samen of ageerde tegen Semmelweis. De Duitse arts Gustav Adolf Michaelis, hoofdarts Verloskunde in Kiel, onderkende al snel de belangrijke bevindingen van Semmelweis, en voerde al in 1847 dezelfde antiseptische methoden in als door Semmelweis gepropageerd. Michaelis werd echter ernstig depressief omwille van de vele vrouwen, die in het kraambed waren overleden voordat deze maatregelen werden ingevoerd. In augustus 1848, een maand na zijn 50e verjaardag, benam Michaelis zichzelf het leven.

 

Na 1860 verminderde de gezondheid van Semmelweis geleidelijk. In 1865 ging hij echter snel achteruit, en werd hij geestesziek verklaard. Hij reisde met familie naar Wenen, waar hij eind juli werd opgenomen in het Brünnlfeld gesticht. Hier overleed hij op 13 augustus, slechts enkele weken na opname, aan een sepsis, mogelijk afkomstig van een geïnfecteerde en gangreneuze wond aan zijn rechter hand. Ook waren er speculaties dat syfilis, mogelijk opgelopen tijdens een bevalling, een rol speelde in zijn snelle geestelijke achteruitgang en overlijden.

 

De cruciale lessen die Semmelweis leerde, waren niet alleen van belang voor de verloskunde, maar beïnvloedden ook bredere medische praktijken. Zijn waarschuwing dat infecties niet alleen in ziekenhuizen, maar ook in andere medische omgevingen konden optreden, leidde tot het algehele besef van de noodzaak om hygiënische procedures te volgen. Het idee dat artsen hun handen moesten wassen voordat ze patiënten behandelden, werd uiteindelijk de norm in ziekenhuizen over de hele wereld.

 

Pas jaren later werden zijn theorieën eindelijk erkend en bevestigd door moderne microbiologie en de ontdekkingen van figuren zoals Louis Pasteur en Joseph Lister. Zij bouwden voort op zijn fundament, en de principes die hij uitdrukkelijk had gepromoot, werden steeds belangrijker in de strijd tegen infecties in de geneeskunde. Het idee van aseptische methoden en het besef dat bacteriën ziektes veroorzaakten, waren direct verbonden met Semmelweis’ oorspronkelijke observaties. Hierdoor wordt hij nu terecht beschouwd als een pionier in de moderne geneeskunde, die levens heeft gered en de weg heeft vrijgemaakt voor latere medische ontdekkingen.

 

Als je Boedapest bezoekt, mag je het Semmelweis museum niet missen. Gevestigd in het centrum van de stad, zo’n beetje aan de voet van de burcht van Buda, biedt het museum een blik op het leven en de bijdragen van Ignacz Semmelweis aan de geneeskunde. De tentoonstelling omvat zijn persoonlijke bezittingen, geschiedkundige documenten, en gedetailleerde uitleg over zijn hygiënische doctrines. Bezoekers kunnen meer leren over de omstandigheden in de ziekenhuizen van de 19e eeuw en hoe zijn innovaties een blijvende impact hebben gehad op de gezondheidszorg. Het museum is niet alleen een eerbetoon aan Semmelweis, maar ook aan alle medische professionals die vechten voor betere hygienische omstandigheden in ziekenhuizen en klinieken, zelfs tot op de dag van vandaag. Door zijn verhaal te delen, inspireert het museum toekomstige generaties om te blijven streven naar vooruitgang in de geneeskunde. Het Semmelweis museum bevindt zich op het adres: “Apród utca 1-3, 1088 Budapest, Hongarije.”

 

 

 

Het museum tijdens mijn eerste bezoek in 2013:

 

Bronnen:
The Semmelweis Icon. Geschreven door Benedek Varga. Uitgave van het Semmelweis Museum ISBN 978-963-7107-26-9

Semmelweismuseum website

Myths about Ignac Semmelweis

Gustav Adolph Michaelis – Arzt, Forscher, Lehrer. Eine Würdigung zum Jubiläumsjahr 1998

 

10 jaar FreeStyle Libre

Deze maand wordt gevierd dat ruim 10 jaar geleden het Flash Glucose Monitoring systeem van Abbott, de FreeStyle Libre, op de Nederlandse markt werd geïntroduceerd. Continue meting van de onderhuidse glucose waarden is een geweldige aanwinst voor mensen met diabetes. Inmiddels is al versie 3 van de FreeStyle Libre beschikbaar; deze versie stuurt in realtime de resultaten van de glucose meting naar je smartphone.

Voor een uitleg van dit syteem, zie: https://www.freestyle.abbott/nl-nl/producten/freestylelibre-3.html

 

Ervaringen

Al in 2014 mocht ik twee weken lang de Freestyle Libre ervaren, zie: https://gmed.nl/abby-my-new-girl-friend/. Destijds schreef ik onder andere:

“Every minute she measures the glucose from below my skin, which is a reasonable estimate of my blood glucose. She comes with a separate receiver, a small device which records all measurements and presents a sort of logbook. All I have to do is keep the receiver in front of the sensor, and it reads the current value, and also collects the recordings / measurements of the previous 8 hours. The absolute beauty is that there is no need for calibration. I can swim (although I did not do that yet), take my shower every day, jog, cycle, etc. etc. Sleeping is no problem, I do even not feel the device when I am lying on my left side. She is glued tightly to my skin, although I am a bit careful when putting on cloths so that I am not pulling too much. Insertion of the sensor was without problems, took exactly one minute (and I am a slow learner). Until now, Abby works like a breeze. And I get some nice insights into my blood glucose excursions during the day, for instance after a meal.”

 

In 2015 vertelde Stephen Dixon, anchorman van Sky News, op een groot diabetes congres over zijn ervaringen met het systeem. Dixon heeft sinds zijn 17e type 1 diabetes, en gebruikte tot zijn grote tevredenheid de FreeStyle Libre. Dixon vertelde over zijn ervaringen met diabetes, het gebruik van de FreeStyle Libre in vergelijking met gewone bloedglucose metingen (tevoren deed hij minstens 15 vingerprikken en bloedglucose metingen per dag), en het ‘embarrassing’ gevoel om aan tafel je bloedglucose te moeten meten.

Hij beschreef het verschil als “Now I know where I am AND where I go with my glucose levels”.

 

Beschikbaarheid

Toch was niet alles koek en ei in het begin. Aanvankelijk waren er (te) weinig sensoren beschikbaar in Nederland. Een studie in de Isala klinieken kon door het gebrek aan sensoren niet eens van start gaan. Bovendien waren zorgverzekeraars niet of nauwelijks bereid om dit systeem voor hun patienten te vergoeden. ‘Voldoet niet aan de stand van de wetenschap’, aldus OHRA volgens een tweet in 2015 van Stefanie Rondags, die zelf al lange tijd gebruikster is van de FreeStyle Libre.
Dat ‘zeurde no door’ tot tenminste 2018. Sommige zorgverzekeraars hebben in 2018 regelmatig geweigerd om een machtiging voor vergoeding af te geven omdat ‘de firma Abbott de FreeStyle Libre nog onvoldoende kan leveren’. Maar het tegengestelde gold gelukkig ook. Ik had in september 2018 een uitgebreid telefoongesprek met iemand van de zorgverzekeraar Zilveren Kruis, die juist aangaf alle aanvragen goed te keuren, die aan de criteria voldoen: ‘Dan kunnen onze verzekerden snel profiteren als de sensoren dadelijk in oktober (2018) breder beschikbaar komen’.

 

Bewijs

Inmiddels is er veel wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit en het belang van systemen als de FreeStyle Libre. Ik verwijs onder andere naar de mooie studies, die in Nederland zijn uitgevoerd ponder leiding van de hoogleraren Henk Bilo en Rijk Gans, en die zijn samengevat in het proefschrift, waarop de internist Annel Lameijer -mede met begeleiding van deze hoogleraren en de internist Peter van Dijk- in september 2024 promoveerde. U kunt haar mooie proefschrift hier vinden en downloaden: https://www.rug.nl/umcg/phd-ceremonies-umcg?hfId=123971

 

Kwaliteit van leven

In 2022 onderzocht een groep studenten Geneeskunde hier in Groningen de effecten van gebruik van een glucose sensor op de kwaliteit van leven. Hun conclusie was verpletterend:
“Sensortechnologie biedt aan mensen met type 1-diabetes de mogelijkheid om het verloop van de glucosewaarde nauwgezet te volgen. Bij bepaalde typen sensoren is er tevens de mogelijkheid van alarmering bij (dreigende) hypoglykemie. Wij onderzochten in een retrospectieve studieopzet of de kwaliteit van leven van mensen met type 1-diabetes veranderd is door het gebruik van continue glucosemonitoring via een sensor. In totaal werden de vragenlijsten − deels gebaseerd op de PAID en Angst voor Hypoglykemie Vragenlijst en deels op de EQ5L kwaliteit van leven-schaal − door 105 mensen ingevuld. De gemiddelde leeftijd was 50 (spreiding van 18 tot 76) jaar. In totaal maakten 33 (31%) personen gebruik van Flash Glucose Monitoring (FGM) en 72 (69%) van Real-Time Continue Glucose Monitoring (RT-CGM). Er was een sterke en significante toename van de gerapporteerde kwaliteit van leven in alle domeinen. Een significante daling van het HbA1c-gehalte werd vastgesteld bij die mensen die de sensortechnologie toepasten ter verbetering van de glykemische regulatie. Wij concluderen dat er sprake is van een sterke verbetering van de kwaliteit van leven bij het gebruik van FGM of RT-CGM in vergelijking met de vingerprikmethode bij mensen met type 1-diabetes. Daarnaast verbeterde de glucoseregulatie aanzienlijk.”

 

Technologie

Continue glucose monitoring is slechts één onderdeel van de optimale (zelf)behandeling van mensen met type 1 diabetes. Tesamen met een insuline-pomp, aangestuurd door een goede behandelalgoritme voor de toediening van insuline, is het een technologische oplossing voor veel problemen die inherent zijn aan het zo goed mogelijk reguleren van je diabetes. Een voorbeeld van zo’n systeem is het mylife CamAPS FX systeem, dat inmiddels ook enkele jaren in Nederland beschikbaar is. Het totale systeem bestaat uit de myLife YpsoPump insuline pomp, de Dexcom G6 glucose sensor of de FreeStyle Libre, en het verbindende CamAPS FX software systeem, dat is ontworpen door professor Roman Hovorka, een genie op het gebied van diabetes en closed-loop software.
Kijk hier naar de opnames van een webinar, waarin dit systeem wordt uitgelegd. De link is: https://www.youtube.com/watch?v=FNzAE-6A1-4

 

Impaired awareness of hypoglycaemia – vervolg

Mijn onderzoeksgroep publiceerde recent een artikel, waarin we in een groep mensen met type 1 diabetes hebben gekeken naar het probleem van het niet aanvoelen van hypo’s (impaired unawareness of hypoglycaemia, IAH), en hoe dit over de tijd varieert. Al eerder hebben we aangetoond dat mensen met type 1 diabetes, bij wie nog enige residuele insuline secretie aanwezig is (hetgeen wordt gedetecteerd dat in het serum nog C-peptide te meten valt) een kleinere kans hebben op IAH. In deze sytudie bevestigen we dit, en beschrijven we ook d ekarakteristieken van mensen bij wie IAH weer verdwijnt.

Het abstract van de studie:

Aims: To describe the change in impaired awareness of hypoglycaemia (IAH) over time and to identify factors associated with this change in the Dutch Type 1 Diabetes biomarkers cohort (NCT04977635).

Methods: A prospective cohort of type 1 diabetes patients, with C-peptide <300 pmol/L, who had completed the Clarke questionnaire, to determine IAH status, at baseline and after 2 years. Changes in awareness status were defined and compares as follows: unchanged normal awareness (NAH) versus unchanged IAH, new IAH versus reversal of IAH. Multivariate logistic regression models were fitted using forward and backward stepwise selection using a 0.10 P-value cut-off, and stepwise backward selection using AIC criteria.

Results: A total of 431 out of 611 participants were included. The baseline prevalence of IAH was 17 % and 20 % after 2 years. The incidence proportion of new IAH and reversal of IAH were, 9.5 % and 31 %, respectively. For every 2.7-fold increase in C-peptide, the odds of IAH decrease by 58 %. A 1-unit increase in BMI over the 2-year follow-up period is associated with a 5.27-fold increase in the odds of reversing IAH.

Conclusions: Higher C-peptide levels are protective against new IAH, and an increase in BMI over time is associated with the reversal of IAH.

Het volledige artikel vindt u hier: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1056872724002198

 

 

B12 behandeling als er geen tekort is?

Er zijn de afgelopen jaren een aantal wetenschappelijke artikelen gepubliceerd die suggereren dat hooggedoseerde (parenterale) vitamine B12 behandeling een gunstige rol kan spelen bij aandoeningen, die niet gekarakteriseerd worden door een B12 tekort. Dit zijn aandoeningen als neuropathie, multiple sclerose, amyotrofe lateraal sclerose, sepsis, en de ziekte van Parkinson. De rationale hiervoor is dat vitB12 een aantal belangrijke functies en effecten heeft op de zenuwfunctie en in het brein. Hieronder vindt u de belangrijkste recente bevindingen op dit gebied.

(meer…)

CD320 auto-antistoffen

The article by Pluvinage et al (published in Sci. Transl. Med. 2024; 16:eadl3758) explores a novel autoimmune cause of vitamin B12 deficiency in the central nervous system (CNS), termed “Autoimmune B12 Central Deficiency” (ABCD). Researchers from San Francisco discovered autoantibodies targeting the transcobalamin receptor (CD320), a key protein in vitamin B12 transport, impairing B12 uptake into the brain despite normal serum B12 levels.

(meer…)

LARS1 mutaties en MRI

Leucine aminoacyl tRNA-synthetase 1 (LARS1)-deficiëntie, ook bekend als infantiel leverfalensyndroom type 1 (ILFS1; MIM #615438), wordt veroorzaakt door biallelische pathogene varianten in LARS1. Aminoacyl-tRNA-synthetasen (ARS) verbinden tRNA en verwante aminozuren en zijn dus essentieel voor de eiwitsynthese. Verlies van cytosolaire leucine-aminoacyl-tRNA-synthetase-activiteit bij personen met LARS1-deficiëntie resulteert in een verstoorde eiwittranslatie. De aandoening is erg zeldzaam, en wordt gekenmerkt door terugkerende, meestal door koorts getriggerde episodes met acuut leverfalen of acute verhoging van levertransaminasen die geassocieerd kunnen worden met leverfibrose, neurologische ontwikkelingsachterstand, toevallen, spierhypotonie, groeiachterstand en microcytaire anemie. In het volgende onderzoek hebben we veranderingen van het hersenweefsel, waargenomen op MRI onderzoek, beoordeeld bij 13 personen met biallelische varianten in LARS1.

(meer…)

SAF vs CACS

Er zijn verschillende manieren om het risico op het ontstaan van hart- en vaatziekten beter in te schatten. Eén ervan is het meten van de huid autofluorescentie (skin autofluorescence, SAF) met behulp van de zgn. AGE-reader, een andere is het doen van een CT-scan van de kransvaten van het hart en het meten van de verkalkingen hierin, de ‘coronary artery calcium score’ (CACS). In een unieke samenwerking met de collega’s van de afdelingen Radiologie, Epidemiologie en Cardiologie hebben wij beide methoden met elkaar vergeleken bij mensen die deelnamen aan de Lifelines Cohort studie.

(meer…)

AGE-reader en overlijden

Met behulp vaan de AGE-reader kunnen onderzoekers de hoeveelheid AGE’s (advanced glycation endproducts, versuikeringsproducten), die in de huid zijn opgeslagen, meten. De meting heet ‘huid autofluorescentie’ (=’skin autofluorescence’, SAF). Al in een eerder onderzoek in de Lifelines Cohort Studie hebben we aangetoond dat een hogere huid autofluorescentie een voorspeller is van het ontstaan van type 2 diabetes, hart- en vaatziekten, en zelfs overlijden. Dit onderzoek hebben we uitgebreid door te kijken naar specifieke oorzaken van overlijden. Hiertoe werden gegevens van Lifelines gecombineerd met een overzicht van oorzaken van overlijden, zoals geregistreerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Collega Erik Boersma, internist, heeft deze gegevens geanalyseerd, en beschreven in het volgende artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific Reports.

(meer…)

Very NICE (2)

Het is zover. Op 1 november zijn in 3 academische ziekenhuizen de eerste longcovid poliklinieken geopend. Zij laten mondjesmaat mensen met longcovid toe, op verwijzing van de huisarts. Op diverse sociale media is hier heel veel berichtenverkeer over. Een van de belangrijkste doelstellingen is ervaring op doen met diagnostiek en behandeling van mensen met longcovid. Drie poliklinieken, oftewel: een druppel op een gloeiende plaat, gezien de schattingen van aantallen mensen die met longcovid ziek thuis zitten.

(meer…)