Dit artikel verscheen als column in het blad Schild, juni 2012.

Mw. T. zat er doorheen, zij kon weinig meer; moeite met concentreren, vermoeidheid, kouwelijk, en dan die pijn in haar hals, irritant. De schildklierfunctie bleek afwijkend, dus als zij maar medicijnen ging slikken dan zou zij zich herboren voelen, zo werd haar verteld. Bij onderzoek had deze dame een duidelijk vergrote, enigszins pijnlijke schildklier. Het bloedonderzoek liet een verhoogde TSH waarde zien (8 mU/l), de vrijT4 was normaal. De spiegel in het bloed van antistoffen tegen de schildklier was knallend hoog. Het overige bloedonderzoek toonde geen bijzonderheden.

Volgens alle richtlijnen spreken we hier van ‘subklinische hypothyreoidie’. Tien (!) procent van de Nederlanders heeft een TSH tussen de 4 en de 10, met een normaal vrijT4 gehalte, en 99% van hen voelt zich uitstekend. Kan de licht afwijkende schildklierfunctie de klachten verklaren? Veel mensen zijn vermoeid, maar hebben een normale schildklierfunctie. En ook al is vermoeidheid een klacht, die voor kan komen bij een te langzaam werkende schildklier, deze klacht kan bij veel andere aandoeningen ook voorkomen. Denk eens aan het dramatische verhaal van Renate Dorrestein, die plots werd overvallen door een ernstig vermoeidheidssyndroom, zo indringend beschreven in haar boek ‘Heden ik’.

Vaak lezen we: ‘mijn bloedwaarden zijn goed, maar ik voel me niet goed. Mijn dokter kan niets meer voor me betekenen’, of (nog erger) ‘hij luistert niet naar mij.’ Niet goed! Vaak helpt het om na te gaan of de klachten uberhaupt wel met de schildklier te maken hebben. Zijn er andere verklaringen? Speelt er een andere aandoening? Zo komen ook andere (hormoon)aandoeningen nogal eens in combinatie met hypothyreoidie voor, zoals een verlaagd vitamine B12 gehalte. Maar er lijkt meer te zijn, zonder dat we dat nog precies kunnen benoemen, en dat is de aanwezigheid van antistoffen tegen TPO. Alhoewel nog steeds betwist in medische kringen, bestaat er een neurologisch ziektebeeld, waarbij de schildklierfunctie volstrekt normaal is, maar er wel een hoge spiegel van anti-TPO antistoffen aanwezig is. Oostenrijks onderzoek onder patiënten met een struma laat zien dat degenen die de hoogste spiegel van anti-TPO antistoffen hebben, de meeste lichamelijke en psychische klachten ervaren. Ook weten we dat bij zwangere vrouwen het hebben van anti-TPO antistoffen een grotere kans geeft op een miskraam en op vroeggeboorte. Intrigerende bevindingen die vragen om nader onderzoek.

En mijn patiënte? Het meest waarschijnlijk is dat we te maken hebben met de ziekte van Hashimoto (zie foto voor de ‘uitvinder’ van deze ziekte). Ik schreef haar euthyrox en selenium voor. Een aantal maanden later ging het wat beter, maar er was zeker geen sprake van een volledig herstel.

Er valt nog veel onderzoek te doen naar het fenomeen van anti-TPO antistoffen, het samengaan van deze antistoffen met andere aandoeningen dan hypothyreoïdie, en het effect er van op de gezondheid. Onderzoek naar te langzaam werkende schildklier is echter niet erg ‘sexy’. Financiering vinden is uitermate moeilijk. Onder de meest rijke Nederlanders, uit de Quote Top 500 lijst, zijn ongetwijfeld mensen met een schildklier aandoening. Wie neemt de handschoen op, en stelt een fonds in voor meer onderzoek naar hypothyreoïdie?

Dit artikel verscheen als column in het blad Schild, juni 2012.